8 vragen voor zelfonderzoek

Leestijd: 4 minuten

18:00 – Ik zit hier op de bank in mijn woonkamer en ik ervaar bewust dat ik de innerlijke controle vast probeer te houden. Echter, hoe ik dat precies doe op intellectueel niveau, daar ben ik mij niet bewust van. En dat ga ik nu uit proberen te zoeken.

De hoofdvraag bij mijn zelfonderzoek is: “wie ben ik?” Of beter gezegd: “wat ben ik?”

‘Wie’ impliceert dat ik een personage of persoon ben. ‘Wat’ impliceert dat ik iets anders dan een persoon of personage ben.

Het uitgangspunt: ‘wie ik ben’ is absoluut, onveranderlijk, onbegrensd en ondeelbaar.

De vragen

1) “Ik ervaar dat ik mijn gevoel ben en dat ik de waarnemer van mijn gevoel ben.”

Dus: “ik ben de waarnemer van mijn gevoel.” → is dat waar?

Nee, want als waarnemer wil ik mijn gevoel veranderen omdat het pijnlijk en ongemakkelijk is. Als waarnemer wil ik mijn gevoel veranderen en weg hebben. Als waarnemer wil ik de realiteit veranderen en daarom kan ‘ik’ niet de waarnemer zijn.

De waarheid is dat gewaarzijn, ‘dat wat ik ben’, door niets begrensd wordt. En dat er daarom niets anders is of kan zijn dan gewaarzijn zelf. Het idee dat iets niet goed of verkeerd is, is gebaseerd op het geloof in voorwaarden en oordelen. Twee kenmerken van het dualistische universum van het ego.

2) “Ik ervaar dat ik mijn gevoel ben.” → is dat waar?

Ik ervaar dat ik angstvallig vast probeer te houden aan mijn ongemakkelijke en pijnlijke gevoel in mijn buik. Aan de ene kant klamp ik mijzelf er krampachtig aan vast, aan de andere kant wil ik van dat gevoel af en ben ik er vanbinnen agressief en veroordelend tegen.

Nee, ik ben niet mijn gevoel omdat ik mijn gevoel als iets op dat op zichzelf staat waarneemt. Dit zou betekenen dat ik besta uit twee dingen: mijn gevoel (dat wat wordt waargenomen) en de waarnemer ervan. En dat is onmogelijk omdat ‘dat wat ik ben’ absoluut, onbegrensd en ondeelbaar is.

3) Ik heb de gedachte “hoe kom ik hieruit?”

Dit veronderstelt dat ik ergens uit moet komen; dit veronderstelt dat ik uit deze situatie moet komen; dit veronderstelt dat ik ergens uit kan komen → is dat waar?

Ergens uitkomen veronderstelt iets achter mij laten, iets verlaten, iets inruilen voor iets anders, ergens anders heen gaan. De ene plek inruilen voor een andere plek om te zijn. Datgene dat ergens van weg wil of uit wil of iets anders wil, is het ego. Het ego wijst de waarheid en de realiteit af.

De waarheid is dat er niets is/bestaat. En dat er dus ook geen andere plek of anders iets is waar ik heen kan gaan. Ik kan niet iets achter laten voor iets anders, dat kan alleen binnen het duale universum van het ego. De realiteit is absoluut, ondeelbaar en onbegrensd.

4) “Ik geloof dat ik de reden/oorzaak ben van wat ik voel.” → is dat waar?

Het ego is de reden/oorzaak van het gevoel en spanning dat het waarneemt, maar dat is niet wie ik ben. ‘Dat wat ik ben’ heeft geen reden/oorzaak, geen begin en geen einde, geen oorzaak en geen gevolg, omdat er niets anders bestaat dan onbegrensd bewustzijn, ‘dat wat ik ben’.

Het idee dat ik de reden/oorzaak ben van de spanning, stress en pijnlijke gevoelens die ik voel, creëert een neiging om een oplossing te zoeken in de vorm van een onbewuste overtuiging.

De waarheid is dat er niets is. Er is geen begin en geen einde. Er is geen oorzaak en geen gevolg. Er is geen probleem en geen oplossing. Dit is wat het is. Niets meer, niets minder.

5) “Ik heb geen contact met mijzelf en ik ben daarom mijzelf niet.” → is dat waar?

Contact hebben met mijzelf veronderstelt dat er twee dingen: ik als mijzelf en de waarnemer daarvan die gelooft daar geen contact mee te hebben. En vervolgens concludeert dat de waarnemer niet zichzelf is.

Ik als ‘dat wat ik ben’ kan onmogelijk opgedeeld worden, laat staan zichzelf waarnemen en geloven dat het nu geen contact heeft met zichzelf. En nu niet zichzelf is.

De waarheid is dat ‘dat wat ik ben’ onmogelijk zichzelf kan waarnemen en geloven (= afwijzen) dat het niet zichzelf is. Er is maar één ding, en dat is onbegrensd, ondeelbaar en onveranderlijk. ‘Dat wat is’ is het enige wat is, en kan daarom onmogelijk niet in contact zijn met zichzelf.

6) “Ik geloof dat ik de reden/oorzaak ben van de blokkade en spanning die ik voel.” → is dat waar?

Nee, ‘dat wat ik ben’ kan onmogelijk de reden/oorzaak zijn van de blokkade en spanning die ik voel, omdat die het gevolg zijn van geloof en afwijzing. De aard van ‘dat wat ik ben’ is acceptatie en liefde, en daarom kan ‘dat wat ik ben’ nooit de reden/oorzaak zijn van wat ik ervaar.

Aan de andere kant, op intellectueel niveau kan ik hiernu niets weten, omdat alles wat ik weet (en dus geloof) afkomstig is uit het verleden. De spanning en stress en pijn die zich hiernu aandient is ook onderdeel van de realiteit, onderdeel van ‘dat wat is’.

7) “Ik geloof dat ik het niet aankan.” → is dat waar?

Nee, het menselijk lichaam is gebouwd om zijn eigen emoties en gevoelens aan te kunnen. Hoe sterk en intens een emotie ook mag zijn, het menselijk lichaam kan zijn eigen emoties en gevoelens aan. Bovendien is mijn ervaring dat sterke emoties en gevoelens in fases losgelaten worden als de hoeveelheid erg groot en/of veel is.

De waarheid is ‘dat wat is’ niet vernietigd kan worden, omdat er niets anders bestaat dan ‘dat wat is’.

8) “Ik geloof dat ik terug moet naar het moment dat ik angst voelde, want dat is goed.” → is dat waar?

Maandagavond kreeg ik voor een kort moment een inkijk in de realiteit en voelde ik een sterke angst. Sindsdien beschouw ik die staat als ‘goed’ en mijn huidige staat als ‘fout’ waar ik vanaf moet. Ik probeer opnieuw de realiteit te realiseren op basis van de herinnering die ik daarvan heb.

Nee, ik kan onmogelijk teruggaan naar een staat door weg te willen uit hiernu en dit af te wijzen. Hiermee versterk ik als persoon/ego de ervaring dat het hiernu verkeerd is en de realiteit anders zou moeten zijn = afwijzing en afweer.

De waarheid is dat de realiteit hiernu ‘goed’ is en dat ik als persoon/ego onmogelijk een diepere realisatie van de realiteit kan bereiken door te denken, handelen en doen. De realiteit openbaart zich door middel van bewustzijn, zelfonderzoek en inzien dat wat ik geloof hiernu niet bestaat. En ik als persoon/ego en de wereld waarin ik lijk te bestaan een illusie is. ~ lzv