22:30 – Een paar dagen geleden kwam ik op werk in contact met de angst voor de dood in mijn buik. Ik doorzag de overtuiging ‘ik wijs mijzelf af’ en vervolgens viel mijn lichamelijke spanning compleet weg en verscheen de doodsangst. Ik kon een tijdje met de angst zijn, maar viel in de loop van de avond weer terug in de zelfafwijzing. Ik voelde veel ontspanning en rust in mijzelf, maar de angst volledig omarmen en accepteren durfde ik nog niet.
1. ‘Ik geloof dat ik mijzelf afwijs’
Ik geloof dat ik mijzelf afwijs, omdat ik innerlijke spanning, stress en conflict ervaar. Ook voel ik mij onvrij, beperkt en raak ik snel geïrriteerd, boos en gefrustreerd. De waarheid is dat die zelfafwijzing niets met ‘mij’ te maken heeft. Immers, alleen het ego kan zichzelf afwijzen en indirect innerlijke stress, conflict en onvrede creëren.
Afwijzing veronderstelt relativiteit, twee, non-acceptatie, conflict, gevecht, begrenzing, het ego dat zichzelf afwijst, of het ego dat het zelf afwijst, of het zelf dat het zelf afwijst → heeft allemaal niets met ‘mij’ als het geheel te maken.
2. ‘Ik geloof dat ik iets moet doen om mijzelf te accepteren’
Ik geloof dat ik iets moet doen om mijzelf te accepteren; ik geloof dat acceptatie niet vanzelf gaat → is dat waar?
Deze overtuigingen veronderstellen dat er eerst iets gecreëerd moet worden, dat er eerst iets gedaan moet worden voordat er sprake kan zijn van acceptatie. Ook dit is onzin, omdat er niets anders bestaat dan de eenheid/het geheel. Alles is er al; er is niets verborgen of geheim; er is nergens tekort of gebrek aan. Acceptatie is hiernu aanwezig; acceptatie is ‘wat ik ben’.
3. ‘Ik geloof dat ik mijzelf nog niet accepteer door mijn speciale verleden’
Ik geloof door mijn speciale verleden dat ik daarom mijzelf nog niet accepteer. Mijn speciale verleden van emotionele verwaarlozing door mijn moeder, verlating door mijn vader en seksueel misbruik door mijn voetbaltrainer zorgen ervoor dat ik mijzelf hiernu niet kan accepteren; dat er hiernu nog wat gedaan of doorzien moet worden voordat ik mijzelf kan accepteren → is dat waar?
Deze overtuiging veronderstelt dat de ervaringen die ik in het verleden heb gehad, bepalen wie ik hiernu ben. En dat de ervaringen uit het verleden mij hiernu beperken in wie ik hiernu ben en hoe ik mij wil gedragen of gedraag.
Een ervaring (of herinnering) wordt gecreëerd door geloof met emoties en gevoelens als bijproducten (die de ervaring of herinnering echt laten lijken). Feitelijk geloof ik dus dat de overtuigingen die ik in het verleden heb opgedaan mij hiernu bepalen en beperken in wie ik ben.
De waarheid is dat een overtuiging een gedachte is waaraan – vaak al langere tijd – is gehecht. Echter, hechten aan iets is onmogelijk voor ‘mij’ als het geheel/de eenheid, omdat er niets anders bestaat dan ‘Dat Wat Is’. Dat ervaringen of herinneringen (lees: overtuigingen) ‘mij’ bepalen en beperken in wie ik hiernu ben is onwaar.
4. Ik geloof dat ik mijzelf niet kan vertrouwen
Ik geloof dat ik mijzelf niet kan vertrouwen en dat ik daarom mijzelf niet over wil geven aan mijzelf → is dat waar?
Deze overtuiging veronderstelt dat er vertrouwen (als gevoel) moet zijn voordat ik mijzelf kan overgeven aan mijzelf. De waarheid is dat er al sprake is van overgave, omdat er binnen het geheel geen macht of kracht bestaat dat kan blokkeren of saboteren. Er is alleen maar overgave dus, omdat energie constant in beweging is. En de enige die gelooft dat dat niet zo is, is het ego.
Zolang er sprake is van afwijzing, is er sprake van conflict, stress, spanning en wantrouwen. Het ego vertrouwt zichzelf niet, omdat… bla bla bla bla bla.
Er hoeft niet iets te zijn of te gebeuren voordat ik mijzelf kan overgeven aan mijzelf (spreekwoordelijk). Dat is iets wat het ego zichzelf wijsmaakt. De waarheid is dat er hiernu overgave bestaat, en dat er niets voor hoeft gedaan te worden, niets voor hoeft gecreëerd te worden en zeker niets voor hoeft opgelost te worden.
Er is overgave. En ook dat is een illusie binnen het relatieve domein van het denken, haha. ~ lzv