Basisvertrouwen ontwikkelen in mijzelf - GEARCHIVEERD

Leestijd: 5 minuten

13:00 – De afgelopen drie weken heb ik de eerste stap (zelfobservatie) van ‘PRI en de kunst van bewust leven’ uitgevoerd’. Mijn observatie is dat ik gedurende een dag 10-15 keer emotioneel flink word getriggerd. En dat ik regelmatig best wel moeite heb om uit die staat te komen zonder dat ik mij even terug kan trekken en de tijd kan nemen om bewust te worden van het externe symbool. En de emotionele energie achter de afweer en de spanning in mijn buik kan voelen. Als ik mij niet terugtrek, dan blijf ik vaak langere tijd in een staat van afweer, spanning en stress rondlopen.

De PRI-methode is een manier om je emotionele brein te herprogrammeren. En stap voor stap de onverwerkte energieën uit het verleden – vaak je jeugd – alsnog te (door)voelen. En het werkt. Als ik mijzelf vergelijk met de persoon uit mei 2018, dan kan ik vaststellen dat ik positiever en vrolijker ben, meer zelfvertrouwen en meer zin in het leven heb. Het punt is alleen, dat ik hier nog zo’n 4-5 jaar mee door zou kunnen gaan zonder dat ik de staat van ‘Verlichting’ bereik. PRI is een eindeloze methode van bewust leven als ik/ego/persoon.

‘Root trust’

Inmiddels voel ik voldoende zelfvertrouwen om op zoek te gaan naar de waarheid over mijzelf. Het lijkt erop dat er een bepaalde mate van basisvertrouwen aanwezig dient te zijn om werkelijk aan deze tocht te durven beginnen. Afgelopen weekend heb ik onwijs lekkere seks gehad met een mooie 23-jarige dame (ik ben zelf 40 jaar 😆 ) en we hebben het een tijd over het onderwerp ‘root trust’ gehad. Op basis van de verhalen die ze deelde, welk gedrag ze liet zien en wat ze van plan was, concludeerde ik dat ze heel veel risico’s nam met de keuzes die ze maakte. Ze gaf eerlijk toe dat ze vaak ook in lastige situaties terechtkwam, maar met haar ongebreidelde optimisme en vertrouwen in zichzelf en het leven zorgde ervoor dat ze gevoelsmatig alles aankon vertelde ze. En dat is wel iets wat ik altijd in mijn leven heb gemist, maar wat zich nu langzamerhand lijkt te manifesteren in mijzelf.

Vraag: “wat betekent vertrouwen hebben in jezelf?”

Het betekent dat wat ik voel zonder filter en controle durf te uiten in het contact met anderen mensen en/of in de externe wereld.

Het betekent dat ik voldoende voel dat ik in staat ben om in lastige situaties voor mijzelf op te komen en deze alsnog naar mijn hand te zetten (lees: de innerlijke macht voel om zonder verwarring uit een situatie te komen = in mijn hoofd zitten). De verwarring ontstaat als mijn behoeften flink afwijken van de behoeften van een ander. Mijn eerste neiging is om de behoeften van de ander te bevredigen in de hoop dat ik wat aandacht en liefde krijg (= ‘valse hoop’-afweer).

Het betekent ook dat ik erop durf te vertrouwen dat ‘wat er uit mij komt’ geen problemen veroorzaakt in de wereld waarin ik leef. Het betekent dat ik een oneindig vertrouwen in mijzelf heb, in de keuzes die ik maak, de manier waarop ik communiceer en het gedrag dat ik vertoon. En voel dat ik situaties op een positieve manier kan beïnvloeden op basis van liefde en niet-angst.

De waarheid is dat dit vertrouwen in ‘mijzelf’ al van nature aanwezig is, omdat er niets anders bestaat dan eenheid of het geheel. Er bestaat geen zelfafwijzing; er bestaat geen afwijzing van het basisvertrouwen of zelfvertrouwen.

Vraag: “waarom geloof/ervaar ik onvoldoende vertrouwen in mijzelf?”

Het korte antwoord: omdat ik dat zo voel. Ik voel onvoldoende vertrouwen in mijzelf en geloof dat dit waar is → ik geloof dat wat ik voel iets met ‘mij’ als geheel te maken heeft. Ik geloof dus dat ‘voelen’ bepaalt wie ik ben en wat ik voel/ervaar – o.a. in termen van vertrouwen – en welk gedrag ik wel/niet durf te vertonen (als ego/ik/persoon).

Interessant artikel over basisvertrouwen

In dit artikel over basisvertrouwen staat dat het voor een kind belangrijk is om erop te vertrouwen dat opvoeders er zullen zijn en blijven, waardoor het zich rustig kan overgeven aan spel of dingen die soms moeten. Een kind kan dan redelijk onbezorgd in het leven staan en zijn gedachten en gevoelens reguleren. Basisvertrouwen voor een kind betekent dan tegelijk vertrouwen hebben in jezelf en in de ander.

In het boek ‘Traumasporen in lichaam, geest en brein’ (blz. 86) staat dat als je je als kind geliefd voelt, dan specialiseren de hersenen zich in spelen, ontdekken en samenwerken; als je je bang en ongewenst voelt, dan specialiseren de hersenen zich in het omgaan van angst en verlating.

De realiteit voor mij als kind was dat mijn vader en moeder emotioneel niet beschikbaar waren, dat ik mij als kind niet emotioneel veilig, welkom en gesteund voelde. Ik had het gevoel dat ik er helemaal alleen voor stond in het leven en dat ik niemand had om (emotioneel) op terug te vallen of mij te helpen met moeilijke en lastige situaties in mijn jonge kinderleven. Op mijn 7de/8ste jaar verdween mijn vader helemaal uit beeld, wat mijn hart als kind helemaal brak.

Waar ik mijzelf ook enorm in herken, is dat ik de afgelopen 17 jaar veelal bezig ben geweest met het (leren) omgaan van negatieve gevoelens als angst en verlating. Ik ben erg op mijzelf geweest en voel nu pas dat ik begin te leren spelen, ontdekken en samenwerken. Op mijn 40ste 😆

De waarheid is natuurlijk dat een kind dat zich geliefd voelt, zijn emoties en gedachten niet bewust reguleert. Omdat het zich geliefd voelt accepteert het kind alles wat er in hem of haar leeft – dus ook de gedachten en emoties die het ervaart. En brengt die ook makkelijk tot uitdrukking, omdat het kind zich veilig voelt, vertrouwen heeft in zichzelf en in de ander.

De waarheid is ook dat wat ik hiernu geloof, voel en ervaar een product van het verleden is. En daarmee afweer, onwaar en een illusie is. Mijn hersenen mogen zich dan gespecialiseerd hebben in het leren omgaan met gevoelens van angst en verlating, maar hebben de gevoelens van angst en verlating dus nooit geaccepteerd. Leren omgaan met gevoelens van angst en verlating = afwijzen van gevoelens van angst en afwijzing.

De waarheid is dat ik/ego/persoon zich niet veilig voelt, dat ik/ego/persoon geen vertrouwen heeft in zichzelf en in anderen, dat ik/ego/persoon niet van zichzelf houdt omdat zijn ouders hem niet gesteund en liefdevol opgevoed hebben, maar dat dit allemaal niets met ‘mij’ als geheel te maken heeft. Alles is oké. Ik ben veilig. Er is geen probleem. Er is basisvertrouwen aanwezig.

De waarheid is dat een ego dat zich niet geliefd en gesteund voelde in zijn jeugd, leert omgaan met gevoelens van angst en verlating. Echter, aan een ego van een volwassene dat zich wel geliefd en gesteund voelde in zijn jeugd ligt ook angst ten grondslag volgens de grote meesters. De conclusie die ik hieruit kan trekken is dat de mate van angst en verlating door onze ouders bepaalt in hoeverre ons volwassen ego/ik een weerspiegeling is van de mate van zelfacceptatie. En bepaalt in hoeverre we als ego/ik naar ‘buiten’ gericht zijn en spelen, ontdekken en samenwerken, of juist als ego/ik meer naar ‘binnen’ gericht zijn en (leren) omgaan met onze gevoelens van angst en verlating. ~ lzv