10:00 – Ik ben op dit moment weer het boek ‘PRI en de kunst van bewust leven’ van Ingeborg Bosch aan het lezen. Het is fijn om de theorie weer te lezen en oude inzichten op te halen. Ik merk dat – ook naar aanleiding van de feedback van Edwin – de manier van denken, afweren herkennen en bestempelen toch flink weggezakt was.
Tijdens het lezen gisteren, realiseerde ik mij dat ik rondom mijn seksualiteit in het contact met mannen eigenlijk constant in mijn kind-bewustzijn zit (term afkomstig uit PRI). Dit betekent dat:
- Ik geloof dat ik seks moet hebben met een man (als hij dat wil) → ‘ik kan daar absoluut niets aan doen’ en ‘ik heb geen andere keus’ = afweer = kind-bewustzijn.
- Ik geloof dat ik vast kom te zitten in de seksuele relatie met een man. En dat ik daarin uitgebuit en misbruikt word → ‘ik geloof dat de situatie altijd zo zal blijven’ en ‘ik kan daar absoluut niets aan doen’ en ‘ik heb geen andere keus dan in de destructieve situatie te blijven zitten en mij daarbij neer te leggen’ = afweer = kind-bewustzijn.
De waarheid is: ik kan zelf kiezen met wie ik seks heb. Ik kan zelf kiezen om uit die situatie te gaan als ik er geen zin/behoefte meer aan heb. Ik kan zelf mijn behoeften en verlangens aangeven; ik kan zelf aangeven wat ik lekker en prettig vind. Ik kan zelf mijn grenzen in de seksuele situatie aangeven (ik ben veilig, alles is (al) goed, er is geen probleem). Ik kan ervoor kiezen om de behoeften en verlangens van de ander te bevredigen, maar dat hoef ik niet te doen. Om mij goed en gelukkig te voelen hoef ik geen seks te hebben met een ander; ik heb de ander niet nodig om mij goed en gelukkig te voelen. De seksuele situatie is tijdelijk en eindig; ik kan er elk moment voor kiezen om eruit stappen als ik dat wil (er geen behoefte meer aan heb en/of het onprettig is geworden).
“Ik moet seks hebben met een man, want dan krijg ik liefde, waardering, erkenning, steun, bevestiging, dan voel ik mij heel, compleet en geliefd.”
- Ik/ego moet iets doen om mij compleet, heel en geliefd te voelen → ‘valse hoop’-afweer.
De waarheid is: er is alleen maar eenheid en heelheid → ‘ik’ ben al heel, compleet en één. Het idee dat dit niet zo is, is een geloof, onwaar en illusie. En het houdt de ervaring en het gevoel van gebrokenheid, incompleetheid, gemis en tekort/gebrek aan liefde alleen maar in stand. ~ lzv