Welke kenmerken van autisme herken ik bij mijzelf? ~ Krachten en Beperkingen - GEARCHIVEERD

Leestijd: 11 minuten

15:30 – Het is voor mij belangrijk dat ik leer omgaan met de kenmerken van autisme spectrum stoornis (ASS) die ik heb, en daarom heb ik de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

“Welke kenmerken van ASS herken ik bij mijzelf en hoe manifesteren deze kenmerken zich precies bij mij?”

“Wat zijn de beperkingen van ASS die ik bij mijzelf herken?”

“Wat zijn de sterke eigenschappen van ASS die ik bij mijzelf herken?”

In een ander bericht kijk ik specifiek naar de lastige gevolgen in mijn dagelijks leven en hoe ik wellicht anders met dingen en situaties om kan gaan, zodat ik er minder last van heb. In dit bericht wil ik mij alleen beperken tot een zo volledig mogelijk overzicht van de ‘positieve’ en ‘negatieve’ autismekenmerken die ik bij mijzelf waarneem, waarbij ik alleen onderzoek doe vanuit het egoperspectief. Mijn bevindingen zijn dan ook volledig subjectief, omdat ik betekenis en waarde aan autismekenmerken toeken binnen de context waar ik bekend mee ben én op basis van mijn zelfbeeld hiernu

De autismekenmerken die ik bij mijzelf herken

Op basis van een artikel op autisme.nl en een artikel die Vera Helleman geschreven heeft, heb ik de volgende autismekenmerken bij mijzelf vastgesteld. Ik zal bij elk kenmerk de sterkte ervan uitdrukken op een schaal van 1 tot 5.

Beperkingen

  1. Overgevoeligheid voor zintuiglijke prikkels en een sterk contact met het lichaam (wat volledig energetisch is) → score: 5
    • Ik ben hooggevoelig voor geluiden en ik kan erg schrikken van plotselinge geluiden → ik merk altijd de neiging om mij ertegen te beschermen (maar dat kan dus niet).
    • Ik ben hooggevoelig voor emoties, gevoelens en spanningen die anderen met zich meedragen → die voel ik dan ook lichamelijk en kunnen zich bijvoorbeeld uiten in lichamelijke spanning.
    • Ik ben hooggevoelig voor sferen, druktes, lawaai en veel mensen, waardoor ik vrij snel in mijn hoofd zit en lichamelijke spanning ervaar.
    • Als ik mijzelf (of iemand anders mij) druk oplegt, dan zit ik vrijwel direct in mijn hoofd en ervaar ik voortdurend lichamelijke spanning.
  2. Het niet los kunnen laten van bepaalde informatie (omdat ik er nog iets mee moet) → score: 2
    • Ik moet informatie opschrijven, uitwerken of er een bericht over schrijven, want anders verdwijnt het niet uit mijn systeem. Het blijft net zolang in mijn systeem hangen totdat ik er iets mee doe.
  3. De letterlijke opvatting van gesproken informatie (net zo feitelijk als de natuur) → score: 2
    • Sommige spreektaal en humor begrijp ik niet of vind ik niet grappig, omdat de betekenis – en de interpretatie ervan – figuurlijk is.
    • Als kind geloofde ik vrijwel alles en mensen noemden mij naïef. Via het denken en afweermechanismen heb ik mij daartegen proberen te wapenen, omdat anderen mij bewust voor de gek probeerden te houden en ik mij vervolgens schaamde.
  4. De eenzijdige interesse (omdat ik mij in de diepte i.p.v. de breedte wil ontwikkelen) → score: 5
    • Ik heb belangstelling voor een paar specifieke onderwerpen en ben daar heel intensief mee bezig: zelfonderzoek en in mindere mate WordPress-websites maken, lezen, films kijken en tuinieren (alleen met mooi weer, haha).
  5. Het sociale spel niet altijd herkennen (en soms onzinnig vinden) → score: 3
    • Ik heb weinig tot geen behoefte aan koetjes en kalfjes. Het voortdurend uitwisselen van informatie vind ik onzinnig, omdat het niets met hiernu en ‘Zijn’ te maken heeft + praten over koetjes en kalfjes ervaar ik als vermoeiend. Ik snijd dan ook snel diepe en serieuze onderwerpen aan die mijn belangstelling hebben.
    • Ik merk dat ik mijzelf regelmatig dwing om aan het sociale spel in groepen deel te nemen, terwijl ik er onrustig en gestrest van word. In groepen heb ik altijd het gevoel dat ‘er iets moet’ of ‘er iets moet zijn’ ofzo, bijvoorbeeld: ‘het moet leuk en gezellig zijn’.
    • Ik vind het moeilijk om een houding aan te nemen in groepen met mensen; ik geef duidelijk de voorkeur aan het 1-op-1 contact.
  6. Moeite hebben met het onderhouden van sociale relatiesscore: 2
    • Ik moet er bewust moeite voor doen om sociale relaties die ik heb te onderhouden, want anders vergeet ik dat gewoon. Het is niet dat ik geen interesse in anderen heb, maar onderhouden van contacten is voor mij geen vanzelfsprekendheid – het gaat mij niet natuurlijk af en bovendien ben ik graag alleen 🙂
    • Ogenschijnlijk (!) kan ik in 1-op-1 contacten geen interesse tonen, maar dat is niet waar. Ik ben erg geïnteresseerd in andere mensen, alleen niet op het alledaagse niveau van “Hoe gaat het?” “Ja, goed. En met jou?” Ik houd niet van toneelspel en het uitwisselen van onzinnige beleefdheden die toch geen betekenis en waarde voor de personen zelf hebben.
  7. Moeite hebben met kiezen en keuzestress (afhankelijk van hoeveel druk erop wordt gelegd en hoe de vraag wordt gesteld) → score: 4
    • Ik heb veel moeite met het maken van keuzes. Hoe meer opties, des te lastiger ik het vind (zeker omdat ik gefragmenteerd waarneem en mij kan verliezen in details). Ik geloofde altijd dat mijn faalangst hier volledig verantwoordelijk voor was, maar ik besef mij nu dat ik hier als autist sowieso moeite mee heb.
  8. De gefragmenteerde waarneming (maar niet willekeurig) → score: 4
    • Ik kan moeilijk het geheel van processen overzien – zoals bij zelfonderzoek – en mij makkelijk verliezen in details zonder echt verder te komen.
    • Ik kan bij situaties met mensen moeilijk inschatten wat er precies gebeurt. Ik probeer een beeld op te bouwen vanuit detailwaarneming – van ‘buiten naar binnen’ – en de situatie op deze manier te begrijpen en betekenis te geven.
    • Ik vind het lastig om lichaamstaal en andere sociale informatie te interpreteren en er betekenis aan te verlenen, waardoor ik de context wellicht niet begrijp → dus ik begrijp de situatie (wereld) niet. Door een gebrek aan inlevingsvermogen begrijp ik de intentie en bedoeling van andere mensen minder goed of niet.
  9. Moeite hebben met het bewaren van overzicht (omdat ik mij snel ik details kan verliezen) → score: 3
    • Mijn natuurlijke neiging is om naar details te kijken en daarom kan ik vrij snel het overzicht verliezen in situaties. Ik moet mijzelf eraan blijven herinneren wat ik aan het doen ben en waarom.
    • Zonder structuur en een kader doe ik maar wat en kom ik eigenlijk nauwelijks vooruit → ik kan mij dan heel inefficiënt gedragen en soms in een radeloze staat van ‘ik weet niet wat ik moet doen’ terechtkomen – waar ik dan moeilijk uit kan komen.
  10. Moeite hebben met het vinden van een antwoord op vragen (omdat informatie langzamer verwerkt wordt) → score: 2
    • Vragen die gericht zijn op ‘wat ik precies wil’ en ‘waarom ik dat wil’ heb ik niet altijd direct een antwoord op, omdat de informatie op dat moment gewoonweg niet beschikbaar is – ik kan er dus simpelweg niet bewust van zijn. Als ik mijzelf de tijd geef en mijzelf niet onder druk zet, dan verschijnt de informatie met vertraging meestal vanzelf.
  11. Moeite hebben met het aangeven van grenzenscore: 2
    • Ik geloofde altijd dat ik mijn grenzen duidelijk aan zou moeten kunnen geven in situaties met andere mensen. Nu besef ik mij dat de bewustwording dat ik iets niet prettig vind ook met vertraging kan plaatsvinden → ik ben mij bewust dat ik mij niet prettig voel in een situatie, alleen zie ik niet direct het verband waar dat mee te maken heeft. Vanaf het moment dat ik mij bewust ben van de oorzaak kan ik pas mijn grens aangeven en ernaar handelen.
  12. Niet kunnen inleven in behoeften en verwachtingen van anderenscore: 4
    • Ik vind het lastig om te begrijpen wat iemand anders voelt, denkt en/of ervaart – de zogenaamde ‘Theory of Mind’, omdat ik mij lastig in een ander kan verplaatsen. Bij neurotypische mensen schijnt dit automatisch te gaan, maar ik probeer het cognitief te beredeneren, begrijpen en verklaren wat er in een ander omgaat als ik dat niet weet.
    • Alles wat buiten mijn eigen belevingswereld valt heb ik automatisch geen interesse voor en kan ik mij moeilijk voorstellen. Ik weet dat iedereen andere dingen voelt, denkt en ervaart, maar ik heb geen flauw idee wat en waarover allemaal.
  13. Aanwezigheid van beperkt en repetitief gedrag of herhalingsgedragscore: 3
    • Als ik thuis ben dan ziet mijn dag er vrijwel elke dag hetzelfde uit – en dat zijn 5-6 dagen per week. Ik doe elke dag twee meditaties; ik doe elke dag een boodschap; ik eet vier dagen achter elkaar hetzelfde en wissel tussen drie verschillende recepten; ik doe bijna elke dag een wandeling; ik besteed zo’n zes uur per dag aan zelfonderzoek en ’s avonds kijk ik een film of lees ik een boek. En ik vind deze routine heerlijk 🙂
    • Ik vind het lastig om met structuren en regels om te gaan die vooraf zijn gelegd door ‘de buitenwereld’. Hierdoor kan ik bijvoorbeeld moeilijk met werk- en tijdsdruk om te gaan – vaak resulteert dit in lichamelijke spanning, stress en kost het mij enorm veel energie.
  14. Opvallend gebrek aan respect voor autoriteitscore: 3
    • Ik heb dit kenmerk bij ‘beperkingen’ gezet alhoewel ik het zelf niet als een probleem ervaar en ik er ook geen last van heb. Ik stel mijzelf in ieder geval erg joviaal op in relaties waar er sprake is van autoriteit. Op cognitief niveau snap ik dat er sprake kan zijn van autoriteit in een relatie, alleen ervaar ik dat niet echt in het contact. Daardoor gedraag ik mij erg open en amicaal, terwijl dat wellicht minder gepast is. Ik heb ook helemaal niks met ‘autoriteit’ op basis van titels, uniformen, statussen, etc. Allemaal egostaat onzin als je het mij vraagt.
  15. Moeite hebben met (onverwachte) veranderingscore: 2
    • Kleine veranderingen heb ik totaal geen moeite mee, zoals iets anders doen of eten dan gepland. Grote veranderingen zoals verhuizen of een nieuwe werkplek vinden kan ik wel van slag van raken. Ik moet bewust moeite doen om niet in de controledrang te schieten om de onzekerheid en ongemakkelijkheid uit de weg te gaan. Ik kan me voorstellen dat neurotypische mensen hier overigens ook last van hebben.
  16. Perfectionismescore: 4
    • Vanuit het absolute perspectief bekeken is er niets mis met perfectionisme. Echter, omdat ik er een belangrijk gedeelte van mijn identiteit uithaalde, heb ik er in het verleden enorm last van gehad. Iets was alleen ‘goed genoeg’ als het perfect was – wat gebaseerd was op allerlei voorwaarden en vereisten van het denken. Ik heb de score weten te verlagen van 5 naar 4 de afgelopen maanden, maar het is en blijft nog een gevaarlijke valkuil.
    • Ik beschouw perfectionisme als de overtreffende trap van nauwkeurig en precies. Als het mij de komende maanden verder lukt om los te komen  van mijn gehechtheid aan perfectionistisch gedrag, dan ben ik ook in staat om het op een positieve manier in te zetten tijdens bijvoorbeeld mijn werk.
  17. Tragere informatieverwerking, trager reageren op informatie en informatie missen en verliezenscore: 3
    • Ten eerste neem ik gefragmenteerd waar. Bij gefragmenteerde waarneming  combineren de hersenen losse zintuiglijke informatie tot een compleet beeld en proberen er op basis van details betekenis aan te verlenen. Vanuit details een beeld opbouwen en daar betekenis aan verlenen kost mij in het dagelijks leven aanzienlijk meer tijd (als het mij al lukt). Ik verleen liever geen betekenis aan situaties en indrukken, omdat dat niet automatisch gebeurt en mij dus veel energie kost.
    • Ten tweede verwerk ik zintuiglijke informatie langzamer, omdat de efficiëntie van neuronen paden in mijn hersenen lager ligt i.v.m. de hersenen van neurotypische mensen. Hierdoor leer ik bijvoorbeeld lastiger en kost het mij meer tijd om informatie te verwerken.
    • Samenvattend zitten de hersenen van mij (een autist) anders in elkaar, waardoor a) er informatie verloren gaat, b) het langer duurt voordat informatie aankomt en c) het hele proces meer energie kost. Hierdoor zit mijn hoofd sneller vol en raak ik sneller het overzicht kwijt.
  18. Moeite hebben met uitdrukken wat er precies in mij omgaatscore: 4
    • Zoals eerder aangegeven vind ik het lastig om te begrijpen wat iemand anders voelt, denkt of ervaart – de zogenaamde ‘Theory of Mind’. De keerzijde van de medaille is dat ik zelf ook lastig vind om te begrijpen wat ik zelf voel en ervaar, om er vervolgens betekenis aan te geven en dit verbaal uit te drukken. Eigenlijk zit ik heel simpel in elkaar: het gaat goed of het gaat niet goed. Ik ben me ervan bewust dat andere een hele rijke belevingswereld hebben en een enorme verscheidenheid aan emoties ervaren, maar dat is bij mij niet het geval – ook nooit geweest overigens. Ik kan de vier basisemoties – blij, bedroefd, bang en boos – makkelijk onderscheiden en er betekenis aan verlenen, maar daar blijft het ook bij. Ik voel ook niet de behoefte om mijn gevoelsleven proberen te begrijpen en er betekenis aan te verlenen. Het enige wat voor mij belangrijk is, is dat ik hoe ik mij hiernu voel onvoorwaardelijk accepteer → als ik dat niet doe ervaar ik altijd lichamelijke spanning.
  19. Weinig fantasie en verbeeldingskrachtscore: 5
    • Ik ervaar op meerdere gebieden in mijn leven dat ik weinig fantasie en verbeeldingskracht heb. Ik vind het bijvoorbeeld lastig om een situatie, afbeelding, indruk, ervaring te interpreteren en er een verhaal van te maken of over te verzinnen. Hier spelen uiteraard ook andere beperkingen – bijvoorbeeld gefragmenteerd waarnemen en de ‘Theory of Mind’ – een rol in.

Sterke punten, krachten en kwaliteiten

  1. Eerlijk en oprecht (omdat ik geen dubbele agenda heb) → score: 4
    • Ik beschouw mijzelf eerlijk en oprecht, en ik zal altijd alles wat ik ervaar of wat ik van iemand vind zo zuiver mogelijk verwoorden. De laatste jaren heb ik geleerd dat ik niet alles hoef te verwoorden wat ik ervaar en dat er ook andere manieren zijn om boodschappen over te brengen. Ik ben twintig jaar lang vrij bot en kwetsend geweest tegen mensen.
  2. Gericht op structuurvorming (handig in het zien van samenhang, waar niemand het ziet) → score: 4
    • Ik houd van orde, structuur en netheid. Ik probeer alles waar ik mee in aanraking kom eerst te structureren, want anders kan ik er gewoon niets mee → ik moet overzicht hebben van het geheel.
  3. Percentueel behoorlijk meer intelligentie (52% van ASS heeft bovengemiddeld tot hoogbegaafd IQ t.o.v. 16% van neurotypische mensen) → score: 4
    • Ik heb een IQ dat ligt tussen de 120 en 125. Opvallend is dat mijn verbaal begrip rond de 105 ligt en het perceptueel redeneren rond de 137 ligt, al schijnt zo’n verschil niet significant betrouwbaar te zijn. Verbaal begrip heeft betrekking op woordenschat, taalgevoel, redeneringsvermogen en rekenen. Perceptueel redeneren meet hoe ik praktisch omga met kennis en hoe ik bijvoorbeeld een probleem oplos. Hierbij spelen motorische vaardigheden en ruimtelijk inzicht o.a. een belangrijke rol.
  4. Uitstekende detailwaarneming (omdat ik gefragmenteerd waarneem) → score: 5
    • Ik heb een zeer scherp oog voor detail waardoor de kleinste dingen die anders zijn en afwijken mij opvallen. Dit is kwaliteit van mij, maar is tegelijkertijd ook een grote valkuil, omdat ik mij erg kan verliezen in details en zodoende veel tijd en energie verspil.
  5. Goed in het herkennen van patronenscore: 3
    • Omdat ik een scherp oog voor details heb, ben ik ook in staat om makkelijk patronen binnen een object, situatie of omstandigheid te herkennen. Bij het ontwerpen van website kan ik bijvoorbeeld makkelijk zien of er overal consequent dezelfde kleuren en hoeveelheid ruimte tussen de elementen is toegepast.
  6. Sterk in analytisch denkenscore: 5
    • Ik ben zeer goed in analytisch denken, dat mij enorm helpt om werkelijke problemen die ik in het dagelijks leven tegenkom aan te pakken. Hiermee bedoel ik niet de psychische problemen die het ego voortdurend creëert, maar de uitdagingen die voortkomen uit de continue verandering van de realiteit. Ik ben in staat om op een efficiënte manier vast te stellen wat het probleem in een bepaalde situatie is. Ik heb altijd een oplossing of ga net zo lang door totdat ik de oplossing gevonden heb.
  7. Technisch inzicht hebbenscore: 5
    • Ik heb ook een enorm technisch inzicht in technische apparaten, toestellen en machines. Als ik de benodigde vakkennis leer, dan ben ik – in combinatie met mijn analytische denken en nauwkeurigheid – elk technisch probleem op te lossen.
    • Ik heb zuigers, cilinders en krukaskeerringen van scooterblokken vervangen. Ik heb mijn eigen tuin ontworpen en bestraat. Ik kan zelf een fiets helemaal opknappen en rijklaar krijgen. Ik kan zelf behangen en vloeren leggen. Ik zou bijvoorbeeld een motor helemaal uit elkaar kunnen halen en opnieuw opbouwen, dat weet ik zeker 🙂
  8. Loyaalscore: 5
    • Ik was me er niet van bewust dat loyaliteit een typisch autismekenmerk is, maar ik ben altijd zeer loyaal richting de mensen die ik vertrouw en waar ik om geef: mijn moeder en zusje, mijn vrienden, mijn werkgever en mijn klanten. Ik zou nooit zomaar iemand laten vallen of in de steek laten en dat heb ik naar mijn weten ook nog nooit gedaan. Mensen kunnen altijd op mij rekenen als ik dat heb toegezegd, wat ook een grote valkuil is heb ik gemerkt in mijn leven.
  9. Buiten vaste kaders kunnen denkenscore: 4
    • Ik heb een hele levendige en inventieve geest, of liever gezegd een excentrieke geest. Niets is mij te gek en alles is welkom. Voor mij bestaan er geen taboes en ik vind het ook leuk om buiten de vaste kaders te denken en te opereren.

Conclusie

In dit bericht heb ik alle autismekenmerken – zowel de beperkingen als sterke eigenschappen – beschreven die ik bij mijzelf herken vanuit het egoperspectief. Bekeken vanuit het absolute perspectief van het Geheel ben ik natuurlijk geen autist, omdat autisme mij niet definieert als wezen. Aan de andere kant heb ik wel te dealen met de realiteit van hoe ik biologisch en neurologisch (anders) in elkaar zit dan neurotypische mensen. Omdat ik biologisch en neurologisch anders in elkaar zit heb ik ook andere wezenlijke en intrinsieke behoeften die uit mijn beperkingen en krachten voortvloeien. Na het in kaart brengen van alle autismekenmerken die op mij van toepassing zijn, is het nu belangrijk dat ik hiermee om leer gaan en anders leer handelen in situaties of wellicht situaties helemaal uit de weg dien te gaan.

Ik merk dat ik het fijn vind om te begrijpen waarom ik mij kan gedragen zoals ik mij gedraag. Alle nieuwe informatie biedt mij een kader en geeft mij beter inzicht hoe ik als biologisch wezen in elkaar zit en wat mijn wezenlijke voorkeuren en behoeften zijn. Echt super waardevol 🙂 ~ lzv

12 reacties op “Welke kenmerken van autisme herken ik bij mijzelf? ~ Krachten en Beperkingen - GEARCHIVEERD

  1. Wie ben ik: “Ik ben wel ff benieuwd, hoe verwoord jij je ‘beperking’ van hooggevoeligheid dan naar anderen? Bij mij heeft het in die mate gevolgen dat ik bijvoorbeeld niet ontspannen uit kan gaan, niet naar drukke festivals kan, dat ik niet uit eten kan om 19:00 uur in een druk restaurant. Anderen lijken daar geen last van te hebben, sommige mensen voelen zelfs nooit lichamelijk spanning, haha. Dus in een zekere zin zijn er echt wel verschillen tussen hoe mensen biologisch, neuroligisch, etc. in elkaar zitten en dat brengt voorkeuren in gedrag, omgang, situaties en uiten met zich mee. Hoe kijk jij daar naar dan?”

    – Ik kon niet meer eronder beantwoorden, dus dan maar op deze manier.
    1) Ik ken niemand die nooit lichamelijke spanning/stress/angst voelt. Ik heb wel een ex gehad die extreem in OvB zat en dus altijd lekker stabiel en alles best vond. Maar dan uit het zich in lichamelijke klachten en pijn.
    2) Mensen zijn heel verschillend, dat noemen we biodiversiteit 😉
    3) Ik heb geen last wat jij hebt, ik kan gewoon naar festivals, restaurants (al doe ik dat vrijwel nooit -> vind ik niet leuk)

    Maar verder naar buiten toe; dan vertel ik gewoon mooie verhalen en sprookjes aan de mensen die dat graag willen horen 🙂 . Dus ik vertel dat ik HSP ben en graag veel alleen ben. that’s it.
    Mijn ervaring: Vroeger als ik een relatie zat ging ik er net als iedereen vanuit dat het doel was om te gaan samenwonen en kinderen te krijgen. Totdat ik leerde dat dat niet percee moest. Na een relatie van 2 jaar bedacht ik mij, dat als we gewoon waren gaan latten zonder kinderwens dat het dan heel anders was gelopen. (dit is alweer 6-7 jaar geleden) . Paar jaar geleden had ik voor mijzelf besloten dat samenwonen en een gezin krijgen niks voor mij is en dat latten misschien wel veel beter bij mij past.
    Nu heb ik alweer bijna 2 jaar een relatie met iemand die precies hetzelfde wilde. Het grappige is , daar heb ik niks voor gedaan. Zij heeft mij versiert 🙂 en na een paar maanden kwamen we erachter dat we op dat gebied allebei hetzelfde willen en zijn daar nu heel blij mee.
    Naar buiten toe verwoord ik het gewoon als een gegeven zonder oordeel. Ik heb een relatie en we latten en we willen geen kinderen samen. (ze heeft al een zoontje van 5) Dan vertel ik bv alle voordelen die dat met zich meebrengt:
    – tijd en ruimte voor jezelf
    – als je samen bent ben je echt samen en leeft niet langs elkaar heen
    – je raakt niet in een sleur
    – blijft spannend en hebt elke keer wat om naar uit te kijken als je elkaar weer ziet
    – etc etc

    Mensen vragen vaak wat ik doe voor werk en dan vertel dat ik de hele week alleen thuis werk (hondenopvang/beurs) . Vooral vrouwen vragen dan: “mis je niet het hebben van collega’s ? haha.
    Nee, want ik heb forum om met mensen te praten en het hondenpark . (mocht ik dat willen natuurlijk)
    Maar vele zeggen ook gewoon: “lekker zeg, goed voor elkaar”. Het is allemaal perceptie. Ik breng het dus gewoon als een gegeven waar ik erg blij mee ben. Dat het als een beperking zou kunnen worden gezien komt niet in mij op. Als iemand via een vraag of opmerking wijst op nadelen die hij/zij ziet , dan kijk ik hem gek aan en noem gewoon alle voordelen. Elk nadeel heeft zijn voordeel en elk voordeel heeft zijn nadeel. Welke kant je wenst te zien is gewoon een keuze.

    Zo hou ik niet van uit eten gaan. Ik vind het veel leuker om gewoon samen thuis te eten. (wat alleen kan als je niet samenwoont natuurlijk haha) Vooral vrouwen vinden dat natuurlijk erg jammer. Dus som ik alle voordelen van gezellig samen koken, eten. Hoeveel vrijer je samen bent prive thuis. Maak er een mooi verhaal/sprookje van haha. Vinden ze ook leuk. En dan als je een keer wel met ze uit eten gaat waarderen ze het extra, omdat ze weten dat je het voor hun doet 🙂

    Verhalen, verhalen hahaha.

  2. Ps is het accepteren van je beperkingen niet gewoon hetzelfde als geloven dat je iets zou moeten kunnen wat je in werkelijkheid niet kan ?
    (dus het accepteren van een overtuiging over wat zou moeten zijn 🙂

    • Ik begrijp er niets van wat je hier schrijft. Het accepteren van mijn beperkingen = het loslaten van de overtuigingen die ik geloof dat ik juist iets zou moeten kunnen (= valse hoop). En het autisme verhaal helpt mij daar op dit moment enorm bij.

      • 🙂 Omdat wat ik schrijf weer een laagje dieper gaat.

        je overtuiging dat je iets zou moeten kunnen (V.H.) = je beperking.

        Het een bestaat niet zonder het ander. Je kan niet de overtuiging loslaten door je beperking te accepteren. Je beperking accepteren is de overtuiging accepteren. Als je inziet dat de overtuiging onjuist is, zie je ook in dat er geen beperking is.
        M.a.w. het accepteren van je beperking is accepteren van een verhaal = accepteren hoe iets zou moeten zijn anders dan het is. M.a.w je accepteert dat er iets mis met je zou zijn.
        Zeggen, ik ben anders dan anderen, ik ben beperkter dan anderen , maar dat is helemaal prima, is jezelf voor de gek houden.
        Het is de paradox van de zelfafwijzing accepteren waar we het eerder over gehad hebben.

        Je kan het ook zien als van springen van valse hoop afweer naar primaire afweer. Het autisme verhaal verhult je primaire afweer. M.a.w. je beperkingen zijn dan geen afweer meer, maar een “ziekte” genaamd autisme en daar kan je niks aan doen -> geeft rust.

        Nieuwe verhalen hoeven geen probleem te zijn. Als je ze alleen gebruikt om de wereld te verklaren en er verder geen belang aan hecht is het meestal geen probleem. Echter mijn ervaring is dat mensen verhalen als autisme als excuus gaan gebruiken om hun zelfafwijzing te accepteren. Ze gaan autisme zien als een waarheid die onveranderlijk is. Een kenmerk.
        Maar dat een kenmerk hiernu voor jou geld, zou dat dan ook percee morgen voor je moeten gelden ?

        Vergeet niet dit blog gaat niet over het vinden van rust en een fijn gevoel, het gaat over het vinden van de waarheid.

        • Shit, jezus wat onnozel van mij zeg. Geloven in ‘beperkingen’ en ‘ik zou iets moeten kunnen’ zijn twee kanten van dezelfde medaille. Eerst geloofde ik dat ik van alles moest kunnen (= valse hoop) en nu geloof ik dat ik beperkingen heb (= er is iets mis met mij –> primaire afweer), maar die beperkingen bestaan inderdaad alleen maar ten opzichte van (= relatief) het geloof wat ik allemaal zou moeten kunnen van mijzelf. Helder.

          Het geloven in dat ik iets zou moeten kunnen van mijzelf (en dus niet kan) = probleem creëren –> eerst was VH de oplossing (maar dat creëerde te veel stress en pijn), dus nu is autisme verhaal (biologisch afwijking) de oplossing voor het probleem. Jouw punt is: er is geen probleem (nooit geweest ook) –> overtuiging dat ik iets zou moeten kunnen hebben ik overgenomen of verzonnen –> zelf probleem gecreëerd uit angst voor afwijzing –> angst voor de dood.

          Nee, zeker niet. Het vaststellen van autisme via een diagnostisch onderzoek in een klinische omgeving is een momentopname. Over twee maanden zal eenzelfde onderzoek een andere uitslag geven, zeker als zelfonderzoek blijf doen.

          Ik ben wel ff benieuwd, hoe verwoord jij je ‘beperking’ van hooggevoeligheid dan naar anderen? Bij mij heeft het in die mate gevolgen dat ik bijvoorbeeld niet ontspannen uit kan gaan, niet naar drukke festivals kan, dat ik niet uit eten kan om 19:00 uur in een druk restaurant. Anderen lijken daar geen last van te hebben, sommige mensen voelen zelfs nooit lichamelijk spanning, haha. Dus in een zekere zin zijn er echt wel verschillen tussen hoe mensen biologisch, neuroligisch, etc. in elkaar zitten en dat brengt voorkeuren in gedrag, omgang, situaties en uiten met zich mee. Hoe kijk jij daar naar dan?

  3. Vanochtend kwam het volgende idee in mij op.
    Een universele basiswet is: Alles is relatief.
    Wat betekent dit ? -> Dat niks op zichzelf staat en kan staan. Iets heeft en kan pas betekenis hebben als je het vergelijkt met iets anders.
    Dit geld voor zowel wiskunde als taal. Dit geld dus ook voor zelfonderzoek.
    Het zelf kan geen betekenis hebben zonder de ander.
    Ik denk op te merken dat jou zelfonderzoek zowel voor als na onze ontmoeting compleet gericht is op jezelf. Dat je het betekenis probeert te geven en op waarde probeert te schatten op basis van en binnen je eigen verhalen.
    Ik bedoel daarmee dat ik het idee heb dat je weinig echt observeert en je jezelf betekenis geeft puur op basis van de verhalen die je hebt over “de ander”.
    Je nam (hoe dat nu is weet ik niet) wat je las in boeken en artikelen vaak klakkeloos aan voor waar. Wat een bespiegeling is hoe je ook weinig kritisch bent naar je eigen verhalen. Je neemt jou verhalen over de wereld en de ander heel makkelijk aan voor waar , waarmee je jezelf betekenis geeft en probeert te duiden.

    * Misschien is het een idee om eens wat meer “de ander” en de wereld/maatschappij te observeren en te begrijpen ipv van alleen jezelf ?*

    Zoals met alles. Het ene kan niet bestaan zonder het ander. Het ene kan je niet begrijpen zonder de ander en begrijp je de ander dan begrijp je jezelf.

    Veel zoekers gaan constant op zoek naar guru’s etc. Maar een zoeker kan net zoveel leren van de onbewuste mens als van de bewuste mens. Immers jou betekenis en kennis van de bewuste mens is compleet afhankelijk van jou betekenis en kennis van de onbewuste mens en andersom natuurlijk.
    Tenzij je beide observeert en bestudeerd zal je niet ver komen. Als je van beide evenveel leert is dat een goed signaal.
    (een guru volgen en doen wat hij zegt is dus kansloos zoals je zelf al hebt geleerd 😉

    • Klopt, mijn zelfonderzoek is volledig gericht op mijzelf, alhoewel ik tegenwoordig tijdens een 4 vragen uitwerking ook vanuit het Geheel en anderen te bekijken. Bekijken vanuit anderen lukt matig om eerlijk te zijn. Vanuit het Geheel heb ik geen problemen mee 🙂

      Ik heb zelf het vermoeden dat punt 12, 18 en 19 hiermee te maken hebben (Theory of Mind), zie het bericht hierboven. Zover ik mij kan herinneren ben ik altijd egocentrisch geweest, maar nooit egoïstisch trouwens 😉 Bij Vera Helleman op de website las ik een mooie theorie over wat autisten ‘missen’ in vergelijking met neurotypische mensen. Die theorie ben ik aan het uitwerken en toetsen –> zeer interessant m.b.t. begrijpen van autisme.

      Misschien begrijp ik je voorstel niet helemaal goed:

      * Misschien is het een idee om eens wat meer “de ander” en de wereld /maatschappij te observeren en te begrijpen ipv van alleen jezelf ?*

      Zoals ik naar andere mensen kijk doen die exact hetzelfde wat ik ook doe: primaire afweer + valse hoop of valse macht (en sommigen OvB). Iedereen handelt vanuit angst om proberen dat te krijgen wat ze denken nodig te hebben: ‘liefde’, aandacht, een luisterend oor, waardering, goedkeuring, etc. Zoals je met het voorbeeld van de seriemoordenaar al aangeeft, ik zie geen verschillen tussen mensen. Het gedrag mag dan verschillen in vorm, maar de intentie is bij iedereen precies hetzelfde.

      Wat betreft de samenleving, of liever gezegd de maatschappij, die voorziet in de egobehoeften om datgene te krijgen wat we nodig hebben. En dat verschilt van persoon tot persoon. De ene wil status en macht, de ander heeft een shopverslaving, weer een ander wil lekker zuipen en blowen de hele dag (OvB), weer een ander wil naar de hoeren 1x per week, etc. De maatschappij voorziet in de behoeften van alle ego’s en geeft die ego’s context en betekenis –> daar ontlenen alle ego’s weer identiteit aan.

      Ik begrijp niet zo goed wat ik verder zou kunnen/moeten onderzoeken? De beweegredenen van iedereen zijn min of meer hetzelfde. De maatschappij is het resultaat (een product) van de beweegredenen van ego’s.

      Ik sta open voor suggesties 🙂

      • Oke, andere insteek.

        Het verbaasd mij dat ondanks je onderzoek tot nu toe, hoe makkelijk je de verhalen rond autisme weer aanneemt als waar.
        Iemand neemt een testje bij je af en noemt je autist, dit geeft je een fijn gevoel, want het verklaart . Het geeft een excuus voor je beperkingen. Je hoeft je niet meer schuldig te voelen dat je niet aan je eigen verwachting voldoet, want je kan nu tegen jezelf zeggen: ik ben autist.

        Maar ook hier geld; onderzoek dat eens zelf. Je was op de goede weg, door zelf te onderzoeken wat dat nou allemaal betekent. Mijn advies is; twijfel aan alles ! Onderzoek ook: “als autisme niet objectief is vast te stellen, bestaat het dan wel ? “.

        Onderzoek de kenmerken waarmee men autisme probeert te herkennen. Onderzoek; zijn dit kenmerken die autisme kunnen definiëren ?
        Want als ik je eerste 19 punten lees, dan denk ik alleen maar. “Dat geld toch voor iedereen ? “

  4. Ik merk dat dit soort lijsjes enorm overlappen en algemeen zijn. Ik scoor ook boven de 80% op dit lijstje namelijk: https://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme/hoe-kan-ik-autisme-herkennen/
    Dus dan kan ik mij zelf ook een autist noemen.
    Dan ben ik een conceptueel denkende autistische hoogbegaafde hsp-er hahahaha.
    Maar niemand in mijn omgeving zal mij ooit als autist bestempelen.

    Mijn vader scoort ook 90% , wat mij niet verbaasd, want die doet al 20 jaar hetzelfde haha. Mijn moeder zal 80% scoren trouwens, die heeft ook al 20 jaar haar vaste routine, waarbij elke afwijking haar stress veroorzaakt. (bij mijn vader niet)

    Maar de overlap met bv HSP is ook erg groot vind ik.

    Heel veel mensen in mijn omgeving voldoen aan dit lijstje. Sterker nog nmm kan je zo de meerderheid van de mensen als autist bestempelen. Alleen de gradaties zullen verschillen.

    Er staat ook: “Autisme kan nog niet op een objectieve manier worden vastgesteld.”
    Ik zie ook gewoon algemene kenmerken van het ego in de meeste psychische diagnoses terug trouwens.

    Kijk ook naar ADHD bv. Gewoon mensen die constant overprikkeld zijn en nooit geleerd hebben zich te concentreren , maar juist te reageren op elke prikkel die ze voelen. Dat noemen ze dan een ziekte.

    Maar als je al die DSM stoornissen terug brengt naar de kern, dan is het probleem overal hetzelfde. angst -> ego. Moeite met het verwerken van je emoties/gevoelens. -> overtuigingen geloven die niet waar zijn. Alleen de gradaties verschillen.
    Wat dat betreft is iedereen gewoon ziek natuurlijk, de hele maatschappij. Wie functioneert binnen bepaalde maatschappelijke standaarden (werk, relaties) wordt normaal beschouwt, maar is vanuit mijn perspectief echt niet veel minder ziek dan iemand die niet aan die standaarden kan voldoen. Alleen de gradatie is vaak iets erger, maar het probleem hetzelfde.

    Zag van de week een docu over Ted Bendy de seriemoordenaar. Komt er kort op neer dat ie op zoek was naar controle in zijn leven en ervaarde dat hij moest doen wat “de stem” in zijn hoofd hem vertelde. Constant denkend dat die handeling hem vrede en rust zou geven. Wat natuurlijk niet lukt, waardoor hij het nog een keer doet en nog een keer. Het is precies hetzelfde wat mensen doen met geld, macht en liefde. Hij met moord. Maar het mechanisme is compleet hetzelfde.
    Allemaal proberen we door constant hetzelfde te doen en hopen dat er deze keer echt een ander resultaat uit gaat komen hahaha. Wat dat betreft zijn we nogal erg dom als mens 🙂 (hoe hoog je IQ ook is)

    Het is natuurlijk fijn om jezelf te definiëren en dingen een naampje te kunnen geven in de hoop dat je dan je beperkingen kan accepteren. of je valse overtuigingen kan loslaten (beide is hetzelfde natuurlijk).
    Op zich hoeft het niet erg te zijn. Pas echter op dat je niet weer een slachtoffer van jezelf maakt, dat wil er nog wel eens weer insluipen. Wees ook bewust van het feit dat je gewoon het ene verhaal met een ander verhaal vervangt en dit nieuwe verhaal dan als “beter” en meer als “waarheid” bestempeld. Het blijft echter een verhaal. Maar een nieuw verhaal maakt het idd makkelijker om het oude los te laten. Wees hier gewoon bewust van is mijn advies 🙂

    PS kijk maar hoeveel kenmerken geen observaties zijn, maar gewoon een subjectieve mening. Hoeveel belang moet je nou hechten aan een mening ?????

    • “Wie functioneert binnen bepaalde maatschappelijke standaarden (werk, relaties) wordt normaal beschouwt, maar is vanuit mijn perspectief echt niet veel minder ziek dan iemand die niet aan die standaarden kan voldoen. ”

      – Ik klikte op je link en las nu daar pas:
      “Autismekenmerken komen bij alle mensen in meer of mindere mate voor. Om in aanmerking te komen voor de diagnose autisme moeten deze kenmerken echter zorgen voor serieuze lijdensdruk of voor grote problemen op levensgebieden als werk, vrije tijd en relaties.”

      – Ze zeggen eigenlijk hetzelfde haha, geweldig. Dus iedereen heeft er last van. Echter als je dus niet aan je eigen cq maatschappelijke verwachtingen kan voldoen kwa werk, vrije tijd en relaties ben je ziek en dus een autist.
      M.a.w. de hele diagnose hangt helemaal af van je mening en verwachtingen op dat moment hahaha. Stel je verwachtingen bij en je bent niet meer ziek 🙂
      En niemand in de maatschappij cq gezondheidszorg zet hier vraagtekens bij ???
      Dat is toch te bizar voor woorden dit ???
      Misschien is degene met die verwachtingen juist wel degene die ziek is 🙂

Reacties zijn gesloten.