20:00 – Vanmiddag heb ik een mooie nieuwjaarswandeling gemaakt van anderhalf uur. Tijdens het wandelen realiseerde ik mij dat ik niet van de wandeling genoot. Ik was continue gericht op de externe wereld die tot mij kwam via mijn zintuigen. Een flink aantal jaren was ik voortdurend gericht op het behalen van een volgend doel, hoe klein en onbelangrijk het ook was. Ook tijdens wandelingen, saunabezoeken en vrijpartijen wilde ik minidoelen behalen, waardoor ik er nooit echt van genoot. Alleen wat ik tegenwoordig – en dus ook vandaag – tijdens wandelingen ervaar is anders en subtieler.
Het lijkt erop dat ik controle probeer te houden door mij continue op iets in mijn waarneming te focussen. De focus op iets dat wordt waargenomen creëert automatisch een actieve waarnemer die ik eerder de waarnemende controleur heb genoemd. Waarnemen zelf is geen probleem, maar mijn constante fixatie op dingen creëert wel een probleem en veel lichamelijke spanning. Lastig.
De dingen waar ik mij op focuste tijdens het wandelen kan ik verdelen in twee groepen:
- Andere mensen die ik tegenkwam.
- Onbelangrijke dingen die mij tijdens het wandelen opvielen → bestempelen, beoordelen en willen begrijpen en verklaren.
Ik merk dat ik het eigenlijk heel spannend vind om een wildvreemde tegen te komen op een verlaten bospad, en dat ik mij als gevolg daarvan geen houding weet te geven. Ik weet gewoon niet hoe ik mij moet gedragen en ik geloof dat ik dat wel zou moeten weten. Dat ik per se gedag zou moeten zeggen. Dat ik per se vriendelijk zou moeten doen. Dat ik diegene per se aan zou moeten kijken, want anders ben ik geen aardig en leuk persoon ofzo. Het is niet zo dat ik fysiek bang ben, omdat ik wel mijn mannetje sta. Het is denk ik gewoon mijn extreme faalangst in combinatie met de overtuiging dat ik mij op een bepaalde manier moet gedragen die zorgt voor ongemakkelijke en vreemde situaties – voornamelijk in mijzelf 🙂
Ik heb in het verleden ook wel eens gezegd dat ik mijzelf niet of moeilijk kan laten gaan tijdens activiteiten als wandelen, schoonmaken, saunabezoekjes, schrijven, tuinieren, etc. Nu besef ik me mij dan voortdurend identificeer met de waarnemende controleur (lees: het ego) die controle wil houden over de situatie en hoe iets gebeurt. Ik weet niet hoe andere mensen kunnen genieten en lachen, maar het lijkt alsof ik direct mijn hele ego en de schijnzekerheid en schijnveiligheid die ik eraan ontleen moet opgeven. Alsof het alles of niets is voordat ik kan genieten, plezier kan hebben en kan lachen. Ik vind het echt lastig.
Ik ga maar eens een lijstje maken met gedragingen die ik mijzelf opleg in het bijzijn van andere mensen. Ik heb zo’n idee dat die lijst wel eens langer kan zijn dan ik nu denk. En wellicht geeft het mij ook meer inzicht in de manieren waarop ik ‘mijzelf’ allemaal afwijs. Ik heb er op dit moment niet echt grip op merk ik, en ondanks dat ik de werking van de zintuigen, het geheugen en kwantummechanica erg interessant vind, heeft de blokkade die ik in het bijzijn van andere mensen ervaar voorrang. ~ lzv