10:00 – Het denken heeft de ultieme werkelijkheid of realiteit opgedeeld in 10.000 objecten (hierna: dingen) op basis van allerlei voorwaarden, eisen en criteria. Ik geloof dat alle 10.000 dingen van het denken werkelijk bestaan, omdat ze mijn subjectieve werkelijkheid en wereldbeeld vormen, waarbij ik een (grotere) voorkeur dan wel afkeur heb voor het ene ding dan voor het andere. Anders gezegd, ik identificeer mij met alle 10.000 dingen van het denken, maar ik identificeer mij sterker met bepaalde dingen omdat ik daar – om welke reden dan ook – sterker in geloof en daar dus meer identiteit, eigenwaarde en een gevoel van zelf aan ontleen.
Het is niet zo dat ik mij niet kan identificeren met bijvoorbeeld Hitler. Ik geloof dat Hitler heeft bestaan en daarom identificeer ik mij met Hitler (lees: het idee van/over Hitler) en ben ik aan hem gehecht, ook al is de hechting minimaal en de identificatie negatief. Een positieve identificatie zou mij via de reflectie van anderen waarschijnlijk wat imagoschade opleveren en mijn zelfbeeld aantasten 😉
Het ego/het zelf heeft geen vaste en solide kern
Ik ben geneigd om te stellen dat er binnen de ervaring van het ego/het zelf een vaste en solide kern moet zijn; een ‘ik’ die zich met alle 10.000 dingen van het denken identificeert. Maar dat is volgens mij niet het geval. Het ego heeft geen vaste en solide kern en is dus kernloos; het ego – en alles wat ik waarneem – heeft geen substantie buiten mijn eigen subjectieve ervaring. Het stap-voor-stap geloven van de 10.000 dingen van het denken heeft geleid tot de opbouw van het ego/het zelf en het daarmee samenhangende zelfbeeld (oftewel: ‘ik’) en wereldbeeld (oftewel: ‘niet-ik’) dat ik heb. Binnen de ervaring van het verzonnen ego/zelf kan er dus onderscheid gemaakt worden tussen ‘ik’ en ‘niet-ik’.
‘ik’ + ‘niet-ik’ = het zelf = het ego = een verschijning binnen Bewustzijn/het Geheel
Er is niets waar ik mij niet mee identificeer
Elke overtuiging, idee of concept waar ik in geloof identificeer ik mij mee en raak ik direct aan gehecht. Ik identificeer met met alles wat ik geloof: goed-slecht, rijk-arm, groot-klein, lichaam, zintuigen, uiterlijk, trauma hebben, slachtoffer zijn, emoties, pijn, plezier, trots, leren, baan, broer, zoon, huis, radio, bloemen, lamp, auto, concentratiekamp, Zwarte Piet, aandelenmarkt, Nederland, Europese Unie, atoombom, heelal, etc. Zonder identificatie kan ‘iets’ namelijk niet afzonderlijk van mij – en dus op zichzelf – bestaan. Ik moet (blijven) geloven dat de 10.000 afzonderlijke dingen allemaal werkelijk bestaan, want anders ben ‘ik’ – zoals ik mijzelf ken = zelfbeeld + wereldbeeld – er niet meer.
Er is niets waar ik mij niet mee identificeer en wat ik dus niet ben. En zelfs al zou ik iets tegenkomen en waarnemen waar ik niet bekend mee ben, dan bestempelt en oordeelt het denken direct als ‘niet-ik’ en is er een nieuwe identificatie ontstaan. Ik kan mij dus alleen identificeren met dingen die ik ooit heb waargenomen en waar ik dus bekend mee ben.
Ik identificeer mij dus met alles waar ik in geloof, maar de ene identificatie is sterker dan de andere omdat mijn geloof erin sterker is – en dus ben ik er ook meer aan gehecht. Het ego/het zelf = ‘ik’ + ‘niet-ik’ = allemaal identificatie. Ik identificeer mij niet alleen met dit of dat. Nee, ik ben niets anders dan identificatie, ik ben de uitdrukking van identificatie. Ik ben één en al identificatie.
Bewustzijn kan zich niet identificeren met een gedeelte van zichzelf
Kan Bewustzijn, het Geheel of het Ene Ding zich ergens mee identificeren? Nee, onmogelijk. Voor identificatie is er ’twee’ nodig en dient er in den beginne ‘iets’ en ‘iets anders’ te zijn. In de wereld van de dualiteit kan ‘iets’ zich met ‘iets anders’ identificeren. In de wereld van de eenheid of non-dualiteit is dat niet mogelijk.
Bewustzijn kan Bewustzijn waarnemen, maar niet meer dan dat. Bewustzijn kan zich niet identificeren met een gedeelte van zichzelf, omdat dat niet bestaat binnen de eenheid. En al zou het in theorie wel mogelijk zijn, dan ontstaat er onderscheid en afscheiding binnen de eenheid, en is de eenheid daarmee geen eenheid meer. Bewustzijn kan zich dus niet met een gedeelte van zichzelf identificeren, onmogelijk. Er wordt eenheid ervaren of er wordt de illusie van afscheiding BINNEN de eenheid ervaren. Eenheid kan zichzelf niet opsplitsen in ’twee’. ~ lzv