14:00 – Ik heb een uur zitten schrijven en onderzoeken waarom ik hiernu ervaar dat ik niet weet wat ik moet doen. Deze overtuiging veronderstelt dat ik sowieso iets moet doen, wat natuurlijk nergens op slaat, omdat de basishouding natuurlijk ‘zijn’ is. Deze overtuiging is een krampachtige reflex van het ego om controle te houden en zichzelf in stand te houden. In een eerdere uitwerking heb ik de overtuiging ‘ik weet niet wat ik moet doen’ als eens eerder onderzocht.
Ik vertrouw mijzelf, mijn gevoelens en mijn directe ervaring niet
Na een uurtje schrijven ben ik tot de conclusie gekomen dat ik mij toch weer afhankelijk opstel naar iets ‘buiten mijzelf’. Deze keer probeer ik geen informatie te vissen bij een ander persoon, maar wacht ik af tot er een gedachte, ingeving of stem verschijnt die mij vertelt wat ik moet doen en/of mijn eigen idee bevestigt wat ik moet doen. Anders gezegd, ik wijs datgene wat ik hiernu voel en ervaar volledig af en vertrouw daarmee mijzelf niet. Ik vertrouw mijn gevoelens en mijn directe ervaring niet en ik blijf zoeken naar een duidelijke aanwijzing of idee wat ik moet doen. Een zoektocht die nooit ten einde komt natuurlijk als je jezelf zo extreem afwijst zoals ik op dit moment doe.
De nieuwe informatie rondom deze uitwerking is dat ik mijzelf, mijn gevoelens en mijn directe ervaring niet vertrouw. Ik ging ervan uit dat ik met het doorzien van de overtuiging ‘ik weet niet wat ik moet doen’ automatisch ook meer op mijzelf zou gaan vertrouwen. Niet dus. Tijd om eens te onderzoeken waarom ik mijzelf, mijn gevoelens en mijn directe ervaring zo diep wantrouw. Het antwoord lijkt altijd voor de hand te liggen – en wellicht is dat ook zo, maar mijn ervaring is dat een overtuiging eerst gronding onderzocht dient te worden voordat deze volledig kan worden doorzien en losgelaten. ~ lzv